Edje
Een docking station kan worden toegevoegd in FlexWhere door de Admin/Admins in jouw organisatie. Het docking station wordt toegevoegd als device (desktop) in de device lijst. Vervolgens kan je het docking station koppelen aan een werkplek en eventueel hier een label voor aanmaken. Zodra je een laptop aan een bekend docking station koppelt, kleurt de werkplek automatisch rood in FlexWhere.
Op het moment dat je de laptop loskoppelt van het docking station, kleurt de werkplek weer groen doordat het docking station nu niet meer actief is. FlexWhere voor Desktop blijft draaien op de laptop en zal dan ook aan de gebruiker vragen aan te geven waar hij/zij zich bevindt, aangezien een laptop zich overal in het gebouw kan begeven.
Extra informatie voor ICT’ers:
Het is ook mogelijk om een MAC-prefix toe te voegen aan FlexWhere zodat de applicatie altijd voorrang geeft aan de ingevulde MAC-prefix i.p.v. bijv. de Windows device naam.
Het toevoegen van deze MAC-prefix werkt als volgt:
- Login op het Control Centrum van FlexWhere;
- Ga naar het menu ‘Instellingen’;
- Ga naar het tabblad ‘Organisatie’;
- Selecteer eventueel de juiste organisatie;
- Schakel onder FlexWhere voor Desktop ‘Docking stations MAC prefixes’ in;
- Vul het prefix van het MAC-adres van het docking station in;
- Vul eventueel meer prefixes van MAC-adressen toe, gescheiden door alleen een komma;
- Druk op ‘Opslaan’ boven in het scherm.
Het kan voorkomen dat een zogeheten ‘MAC passthrough’ optie aan staat in de BIOS/UEFI instellingen van je device. Dit zorgt ervoor dat het MAC-adres van de aangesloten laptop wordt doorgegeven i.p.v. het MAC-adres van het docking station. Om het MAC-adres van het docking station uit te kunnen lezen moet deze passthrough uit staan.
Let op: Het is helaas niet mogelijk om MAC-adressen van docking stations uit te lezen wanneer FlexWhere voor Desktop draait in een Citrix omgeving. Dit is een beveiligingsinstelling van Citrix. Om dit te omzeilen kan de Desktop applicatie lokaal worden geïnstalleerd.